Een ogenblik geduld a.u.b.

Documenten

  • De woningmarkt en leefbaarheid in krimpgebieden: uitkomsten WoON2018

    Dit rapport, dat in opdracht van BZK door ABF Research is gemaakt, is vooral gebaseerd op data uit het WoON2018. Voor dit enquêteonderzoek heeft oversampling plaatsgevonden op het niveau van zeven krimpgebieden. In dit rapport worden uitkomsten gepresenteerd. In krimpregio’s krimpt de bevolking al maar neemt het aantal huishoudens in de komende jaren nog licht toe. Met krimp van de bevolking nemen vaak ook het aantal leerlingen en de omvang van de (potentiële) beroepsbevolking af. Krimp heeft op die manier ook invloed op het onderwijs, de regionale arbeidsmarkt en economie en het draagvlak voor – publieke en commerciële – voorzieningen. Bevolkingskrimp doet zich in Nederland op regionaal niveau voor in enkele regio’s aan de randen van het land. Krimp staat al geruime tijd op de beleidsagenda. In 2009 verscheen het eerste actieplan “Krimpen met kwaliteit” van het Rijk, provincies en gemeenten. Na diverse evaluaties werd dat in 2016 opgevolgd door het Actieplan Bevolkingsdaling dat loopt tot en met 2020. Inmiddels zijn daarover twee voortgangsrapportages verschenen. Provincies en gemeenten hebben daarnaast hun eigen ‘krimpbeleid’, vaak verwerkt in beleid ten aanzien van de woningmarkt, leefomgeving en leefbaarheid. Voor het WoON 2018 zijn in de krimpregio’s extra enquêtes afgenomen, ook wel oversampling genoemd. Dat maakt het mogelijk om uitspraken te doen op het niveau van afzonderlijke krimpgebieden. In totaal zijn voor WoON 2018 ruim 67.500 mensen ondervraagd, waarvan 7.780 in de krimpregio’s.

    / Rapporten / 1263 kB

  • Ruimte voor wonen: de resultaten van het WoON2018 (interactief)

    De kernpublicatie over het WoON2018, die in opdracht van BZK door Companen is gemaakt, heeft als titel "Ruimte voor wonen". Het rapport bevat op hoofdlijnen de belangrijkste bevindingen over de Nederlandse Woningmarkt in 2018. In de publicatie wordt een vergelijk gemaakt met de voorgaande WoON-jaren. In deze interactieve kernpublicatie van het WoON2018 staan de belangrijkste bevindingen over de Nederlandse woningmarkt waarbij doorgeklikt kan worden op alle figuren en tabellen voor de achterliggende cijfers. Wie woont in welke woning voor welke prijs? Wie is verhuisd en wie wil verhuizen en waarheen? Wat vinden we van de buurt en hoe betrokken zijn we? Welke regionale verschillen zijn er? Wat is er veranderd in de loop van de jaren? Je vindt het allenmaal in deze interactieve kernpublicatie.

    / Rapporten / 9094 kB

  • Vaktijdschrift Ruimte + Wonen: speciale editie WoON2018

    In het eerste nummer van 2019 besteedt Ruimte + Wonen veel aandacht aan het WoON2018. In het tijdschrift vind je een serie van acht artikelen en interviews, mede gebaseerd op het WoON, die een extra verdieping bovenop de kernpublicatie van het WoON bieden. Er is aandacht voor uiteenlopende thema’s zoals bijvoorbeeld particuliere verhuur, energiearmoede, de krimpgebieden, schimmel, vocht en tocht, maar ook voor de historie van het WoON.

    / Rapporten / 3967 kB

  • Cijfers over Wonen en Bouwen 2019

    ‘Cijfers over Wonen en Bouwen’ is een compact boekje met statistische informatie over onderwerpen die betrekking hebben op het beleidsterrein van bouwen en wonen. Het boekje kent een lange traditie; de eerste editie is in 1980 gepubliceerd onder de titel ‘Kerngegevens VROM 1980’. Jarenlang was het boekje een echte bestseller en werd het jaarlijks samengesteld en gedrukt. Ter gelegenheid van de publicatie van WoON2018 is er ook een nieuwe versie van 'Cijfers over Wonen en Bouwen' verschenen. Sinds de publicatie van de resultaten van het eerste WoON in 2006 is de publicatie van CoWB gekoppeld aan het verschijnen van een nieuw WoON en verscheen er elke 3 jaar een herziene en geactualiseerde versie. Naast de gedrukte papieren versie van het boekje is er ook een digitale versie beschikbaar via www.datawonen.nl. Door een dynamische koppeling met de VOIS-database worden een groot deel van de tabellen in de digitale versie van CoWB geactualiseerd zodra er actuele cijfers beschikbaar zijn.

    / Rapporten / 4672 kB

  • Stand van de woonruimteverdeling (RIGO rapport)

    In de meeste regio’s in Nederland bieden de woningcorporaties hun woningen aan via een gezamenlijk woonruimteverdeelsysteem. Door regionalisering en samenwerking is het werkgebied van deze systemen de afgelopen jaren steeds verder uitgebreid. Woningzoekenden die in aanmerking willen komen voor een corporatiewoning moeten doorgaans zelf reageren op advertenties waarin woningen worden aangeboden. De meeste corporatiewoningen worden op volgorde van inschrijfduur toegewezen. Daarnaast wordt vaak ook een deel verloot, om zogenaamde spoedzoekers die weinig inschrijfduur hebben ook een kans te geven. Voor vijf regio’s (Drechtsteden, Groningen, Hengelo, regio Utrecht en Zuid-Kennemerland) is de ontwikkeling van de wachttijden over een langere periode (2014-2018) gevolgd en in perspectief geplaatst. Hoewel de gemiddelde inschrijfduur en zoekduur tussen deze regio’s sterk verschilt, is in alle regio’s een toename van de wachttijden te zien. In alle regio’s is ook het aantal actief woningzoekenden, die reageren op advertenties, gestegen.

    / Rapporten / 1599 kB

  • De gemiddelde terugverdientijden van energetische maatregelen

    Slechts 1 op de 100 huiseigenaren willen investeren in energiebesparende maatregelen. Direct besparen en hun investering op korte termijn terugverdienen is belangrijker dan de toekomst van de volgende generaties en een beter milieu. Jonathan de Vries (Hogeschool Inholland) onderzocht de gemiddelde terugverdientijden van 20 enkele energiemaatregelen en 10 gecombineerde bespaarvarianten. De huidige rekenmethode van het NEN en een database van 4.790 woningen van Woon Onderzoek Nederland (WoOn 2012) dienden als uitgangspunt. De Vries ontdekte dat de NEN-rekenmethode sterk afwijkt van het geregistreerde energieverbruik. Hij paste een aantal factoren aan in de rekenmethodiek, zodat deze beter aansloot bij de energieverbruiken. Daaruit blijkt onder meer dat bewoners een terugverdientijd van langer dan 10 jaar onwenselijk vinden. Deze scriptie is genomineerd voor de BZK Woningmarktscriptieprijs 2017.

    / Rapporten / 2601 kB

  • Are homeowners better citizens?

    Jenny Montanus (Vrije Universiteit Amsterdam) onderzocht het gedrag in de buurt van huiseigenaren en huurders van sociale woningen en de vrije huursector. De invloed van huizenbezitters en huurders op burgerschap in Nederland is nooit eerder onderzocht. Montanus ontdekte dat huiseigenaren het meest investeren in contact met en hulp aan de buren. Ook ondernemen ze de meeste activiteiten om de wijk te verbeteren. De huiseigenaren worden gevolgd door huurders uit het sociale woningbouwsegment. De huurders in de vrije sector zijn hekkensluiter. Montanus noemt verschillende mogelijke oorzaken voor deze rangorde. Zo zijn eigenaren van koopwoningen gemotiveerd hun huis te beschermen tegen negatieve invloeden. Ook zijn ze niet van plan op korte termijn te verhuizen. Dat geldt ook voor huurders van sociale woningen. Zij hebben vaak lang moeten wachten op een woning, en zullen deze niet snel inruilen voor een ander huis. Toch is meer onderzoek nodig om deze stellingen te onderbouwen. Deze scriptie is genomineerd voor de BZK Woningmarktscriptieprijs 2017.

    / Rapporten / 1951 kB

  • Ongelijke gevallen, ongelijk behandeld

    In 'Ongelijke gevallen, ongelijk behandeld' onderzoekt Bob Witjes (TU-Delft) of het mogelijk is om sociale huurwoningen effectiever toe te wijzen. Hij stelt onder meer dat de vaste inkomensgrens problemen kan opleveren, omdat de budgetten voor woonlasten verschillen per huishouden. Zo kan een éénpersoonshuishouden ongeveer twee tot drie keer zoveel huur betalen als bijvoorbeeld een stel met twee kinderen. Daarom onderzoekt Witjes of er verschillende inkomensgrenzen nodig zijn voor diverse typen huishoudens. En of zo’n gedifferentieerde grens kan leiden tot effectievere toewijzing van sociale huurwoningen. Witjes concludeert dat een gedifferentieerde inkomensgrens de doelgroep in ieder geval beter afbakent. Maar zo’n variabele inkomensgrens leidt niet automatisch tot effectievere toewijzing van sociale huurwoningen. Dat is afhankelijk van meer factoren. Bijvoorbeeld het aanbod in het middensegment. In elk geval wijst deze scriptie uit dat er meer oog moet zijn voor de verschillen tussen huishoudens. Deze scriptie is genomineerd voor de BZK Woningmarktscriptieprijs 2017.

    / Rapporten / 5067 kB

  • Video WoonOnderzoek Nederland (WoON) 2015

    Deze animatiefilm over het WoonOnderzoek Nederland (WoON) 2015 geeft in twee minuten een beeld van het onderzoek en de resultaten. De belangrijkste uitkomsten van het WoON 2015 passeren de revue.

    / Rapporten / 14847 kB

  • Wonen in beweging

    Dit rapport geeft op hoofdlijnen de belangrijkste inzichten over de huidige woningmarkt begin 2015, in vergelijking met voorgaande WoON-onderzoeken.

    / Rapporten / 2576 kB

  • Verhuiswensen en feitelijk gedrag op de Nederlandse woningmarkt

    Dit rapport is gebaseerd op de Verhuismodule van het WoonOnderzoek Nederland (WoON) 2006 & 2009. Met de Verhuismodule kan worden gekeken in hoeverre verhuisplannen leiden tot daadwerkelijke verhuizingen. En of de woonwensen (de kenmerken van de gewenste woning) daadwerkelijk worden gerealiseerd. Anders gezegd: de discrepantie tussen gepland en feitelijk verhuisgedrag kan in beeld worden gebracht. Ook geeft het een beeld van het aantal en de kenmerken van ‘spontane verhuizers’. Via onderstaande link komt u bij de infographic van de Verhuismodule: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2013/03/20/woononderzoek-nederland-verhuismodule

    / Rapporten / 2773 kB

  • Video WoonOnderzoek Nederland (WoON) 2012

    Deze animatiefilm over het WoonOnderzoek Nederland (WoON) 2012 geeft in twee minuten een beeld van het onderzoek en de resultaten. De belangrijkste uitkomsten van het WoON 2012 passeren de revue.

    / Rapporten / 13236 kB

  • Wonen in ongewone tijden

    De resultaten van het Woononderzoek Nederland 2012 In het rapport “Wonen in ongewone tijden” treft u belangrijkste resultaten van het Woononderzoek Nederland 2012 (WoON 2012). Bijna zeventigduizend mensen zijn bevraagd over hun woonsituatie en eventuele verhuiswensen. De economische omstandigheden en de crisis op de woningmarkt raken veel mensen, de resultaten van het onderzoek maken dat zichtbaar. De afgelopen twee jaar zijn minder huishoudens verhuisd, maar meer huishoudens dan ooit willen verhuizen. Vooral in de koopsector is de doorstroming sterk afgenomen. De vraag naar huurwoningen, zowel in het sociale segment als in de vrije sector, neemt toe. In de huursector is steeds minder sprake van goedkope scheefheid. Met de editie 2012 van het Woononderzoek is een mijlpaal bereikt. Al circa vijftig jaar wordt nu periodiek het wonen in Nederland in beeld gebracht. Dat tekent het maatschappelijk belang van wonen. Bovendien beschikt Nederland hiermee over een unieke reeks van cijfers met betrekking tot de woningmarkt. Daardoor kan gebruik gemaakt worden van tijdreeksen, waarmee de huidige ontwikkelingen in perspectief geplaatst worden.

    / Rapporten / 15638 kB

  • Mogelijke effecten van de Kabinetsmaatregelen op de woningmarkt

    In dit rapport wordt een beeld geschetst van het effect van deze maatregelen voor het brede woondomein. Hierbij wordt aandacht besteed aan vier thema’s: 1. De ontwikkeling van de huren staat centraal. 2. Vervolgens gaat het om de betaalbaarheid. Hoe verhouden de huren zich tot de inkomens en wat betekent dit aan huurtoeslaguitgaven. 3. Daarna gaat het om de dynamiek in de vraag naar huur en koopwoningen en de huisvesting van inkomensgroepen. 4. Tenslotte komt de financiële positie van de corporaties in beeld.

    / Rapporten / 457 kB

  • Internationale vergelijking van woonuitgaven met EU-SILC

    In 2010 publiceerde Eurostat, de statistische dienst van de Europese Unie, een grafiek die aangeeft dat Nederland binnen de Europese Unie (EU) het land is met de hoogste totale woonquote. Deze quote geeft de totale woonuitgaven weer als aandeel van het besteedbaar inkomen. Bij de totale woonuitgaven gaat het om de woonuitgaven sec (huur en hypotheeklasten) die worden opgeteld bij de bijkomende uitgaven (zoals energielasten en uitgaven voor onderhoud). Per saldo impliceert de figuur, dat wonen in Nederland duur is.

    / Rapporten / 1125 kB

  • Het inkleuren van voorkeuren, de woonconsument bekent

    Het woningmarktonderzoek in Nederland is gedurende zijn lange historie waardevol gebleken. Het Woon Onderzoek Nederland (WoON) heeft daarin een voorname positie. Eén van de kanttekeningen die echter bij dit onderzoek kan worden geplaatst heeft betrekking op de wijze van meten. In het WoON worden de wensen van de respondent namelijk in kaart gebracht via een aantal losse vragen.

    / Rapporten / 5162 kB

  • Crisis en woningmarkt

    De Nederlandse woning(bouw)markt is vanaf de tweede helft van 2008 sterk beïnvloed door de ge-volgen van de in de Verenigde Staten van Amerika ontstane kredietcrisis. Deze beïnvloeding liep en loopt via twee sporen, de financiële markten en de reële economie, die natuurlijk onderling verbonden zijn. In dit essay richten we ons vooral op de relatie tussen de financiële markten en de woningmarkt. Centrale vragen zijn: wat zijn de ‘transmissiekanalen’ tussen de financiële markt en de woningmarkt, wat kan verwacht worden ten aanzien van de ontwikkeling van de financiële markten in de komende jaren en wat betekent dit voor de woningmarkt.

    / Rapporten / 748 kB

  • Het wonen overwogen

    Dit rapport bevat de resultaten van het WoonOnderzoek Nederland (WoON) 2009. Het WoOn meet sinds 1964 bij personen van 18 jaar en ouder onder andere verhuiswensen en feitelijk verhuisgedrag. De enquête is gehouden van september 2008 tot en met mei 2009. Slechts een deel van de ontwikkelingen op de woningmarkt blijkt in dit onderzoek gevoelig voor de gevolgen van de kredietcrisis.

    / Rapporten / 4512 kB

  • Buurtleefbaarheid beschreven: Ontwikkeling in de veertig aandachtswijk

    Rapport over de ontwikkeling van de leefbaarheid in de 40 wijken en de beleidsinvloeden bij de gemeten leefbaarheidsverbetering. Het rapport concludeert dat de leefbaarheid in de 40 aandachtswijken voorzichtig verbetert en dat sinds de start van de wijkaanpak de buurtbewoners duidelijk meer vooruitgang ervaren dan in de voorgaande periodes.

    / Rapporten / 2322 kB

  • Jongerenoverlast in perspectief

    Dit onderzoek is erop gericht om de kennis over en de verklaring van (de perceptie van) jongerenoverlast vanuit het perspectief van de woonomgeving te versterken. Bovendien wil het onderzoek inzicht geven in de mate waarin etniciteit een rol speelt bij de perceptie van overlast.

    / Rapporten / 6193 kB

  • Woonuitgaven huurders en kopers: uitkomsten WoON2009

    Rapport over de woonlasten en inkomens van huishoudens in de huur- als koopsector. Tussen 2006 en 2009 gaven huishoudens 23% en 16% van hun besteedbaar huishoudinkomen uit aan woonlasten voor respectievelijk huur- en koopwoningen. Deze zogenoemde huur- en koopquotes zijn in die periode stabiel gebleven. De uitkomsten zijn gebaseerd op het Woononderzoek Nederland (WoON) 2009.

    / Rapporten / 3484 kB

  • Omslagpunten in de ontwikkeling van wijken

    De ontwikkeling van wijken kent een natuurlijk vervalproces. Verslechtering van leefbaarheid en selectieve migratie versterken elkaar, en zonder externe positieve prikkels zal de leefbaarheid in wijken met leefbaarheidsproblemen slechter worden. Het onderzoek identificeert vier omslagpunten in dit natuurlijke ontwikkelingsproces.

    / Rapporten / 7134 kB

  • De woningmarkt in krimpgebieden

    In deze studie is een beeld geschetst van het functioneren van de woningmarkt in drie ‘krimpregio’s’ (Parkstad Limburg, Noordoost Groningen en Zeeuws Vlaanderen) en twee zogeheten ‘anticipeerregio’s’ (Midden-Limburg en Achterhoek). De studie brengt de ontwikkelingen in de afgelopen 10 jaar in deze regio’s in beeld. De bevolkingsontwikkeling wordt in kaart gebracht, evenals de binnenlandse verhuisstromen en de motieven die hierbij gelden. Ook wordt ingegaan op de gevolgen van de krimp voor de vraag-aanbodverhoudingen, de leefbaarheid en de prijsvorming op de koopwoningmarkt. De uitkomsten leveren een divers beeld op. De bestudeerde regio’s hebben ieder een duidelijk eigen profiel. Maar er zijn ook diverse overeenkomsten.

    / Rapporten / 2855 kB

  • Analyse naar de verhuisgeneigdheid en het daadwerkelijke verhuisgedrag

    In hoeverre heeft de crisis de woonwensen en het verhuisgedrag van consumenten écht veranderd in vergelijking met voorgaande jaren? Om dit te achterhalen is er in 2011 aan de hand van het WoonOnderzoek Nederland (WoON) een extra tussenmeting gedaan. In dit rapport vindt u de resultaten van het onderzoek. Er wordt inzichtelijk gemaakt in hoeverre verhuisplannen daadwerkelijk zijn gerealiseerd. En als dat niet het geval was, waarom niet. Aan de mensen die wel zijn verhuisd, is gevraagd of de woonwensen zijn bijgesteld. Daarnaast wordt de verhuisgeneigdheid anno 2011 in beeld gebracht.

    / Rapporten / 524 kB

  • Peiling woonvoorkeuren en reacties beleidsplannen

    In dit document wordt ingegaan op de verhuisgeneigdheid anno 2011 en er wordt gekeken naar de reacties van woonconsumenten op twee beleidsplannen: Het besluit van de Europese Commissie dat sociale verhuurders 90% van hun beschikbaar gekomen woningen met een huur onder de liberalisatiegrens moeten verhuren aan huishoudens met een belastbaar jaarinkomen lager dan €33.000 (grens per 1 januari 2010). En het kabinetsplan om het mogelijk te maken om in de gereguleerde huursector om - als de bewoners een belastbaar jaarinkomen hoger dan €43.000 hebben - de huur met maximaal 5% te verhogen, bovenop de reguliere huurverhoging. De bron is een extra tussenmeting van het WoonOnderzoek Nederland (WoON) die in 2011 is uitgevoerd.

    / Rapporten / 337 kB