Een ogenblik geduld a.u.b.

Wie verhuist er nu nog echt?

door Judith Hurks

Bij woonwensenonderzoek wordt vaak de discussie gevoerd over het verschil tussen de stated en de revealed preferences (het geuite en het gerealiseerde gedrag). Juist in deze tijd is het belangrijk om daarover kennis in huis te hebben.

In het WoON worden respondenten gevraagd of ze binnen twee jaar willen verhuizen en wat hun woonwensen zijn. Of ze daad-werkelijk verhuizen is nog maar de vraag. In twee jaar tijd kan er namelijk veel veranderen. Sommige paren gaan toch maar niet samenwonen, of er wordt een kind geboren of de verkoop van de huidige woning wil maar niet vlotten. Om de discrepantie tussen verhuiswensen en verhuisgedrag in beeld te kunnen brengen, wordt één, twee en drie jaar na de enquête van de module Woningmarkt gekeken of de respondenten van het WoON zijn verhuisd. Indien de respondent is verhuisd worden kenmerken van de nieuwe woonlocatie en van de nieuwe woning, zoals koop/huur, eengezins-/meergezinswoning en het oppervlak, in registers opgezocht. De ken-merken worden opgenomen in de zogenaamde Verhuismodule. Voor het WoON 2009 is een pilot uitgevoerd met een voorloper van de Verhuismodule. Deze pilot heeft inzicht opgeleverd in de kwaliteit en analysemogelijkheden van het bestand. Op basis van de bevindingen van de pilot worden de bestanden van de Verhuis-module samengesteld. Aan de hand van de Verhuismodule kan het effect van de crisis op de woningmarkt worden gevolgd, zonder dat de respondenten hiervoor opnieuw benaderd hoeven worden. De eerste rapportage op basis van de Verhuismodule wordt in de tweede helft van 2013 verwacht.